Zoektocht naar de liefde

Date 6

Ze heeft haar nieuwe zwarte jurkje aangetrokken en een tijd voor de spiegel gestaan om haar make up extra mooi op te brengen. Ze hoort de claxon van een auto. Het is tijd om te gaan.

Omdat hij gelijk weg wilt rijden, geeft ze hem een vluchtige kus op zijn wang. Hij heeft de radio aanstaan. Het nummer Man! I feel like a woman van Shania Twain wordt daar gedraaid. De tekst zorgt dat ze nog meer in de stemming komt voor deze avond.

Hij neemt haar jas aan en geeft het af aan bij de garderobe. Ik kijk om heen en zie dat het een chique restaurant is. In mijn eigen stadje ken ik vrijwel iedere eetgelegenheid. Ik vind het leuk om iets nieuws te ontdekken.
De ober biedt ons een tafel bij het raam, dat uitkijkt over de prachtige tuin aan de achterzijde van het restaurant. Het kaarsje wordt aangestoken en eerste glazen wijn worden gevuld.

Halverwege het hoofdgerecht voel ik hoe hij zijn benen strekt. Heel bewuste bewegingen onder tafel. Zijn onderbenen rusten tegen de mijne aan.
We proosten op een leuke avond en kletsen over van alles. Ongedwongen. Het is een hele fijne avond.

Hij wil me graag een hapje van zijn dessert laten proeven. Een warme brownie met vanille ijs en karamelsaus staren me vanaf zijn bordje aan. Het ziet er heerlijk uit. Hij buigt zich over tafel naar me toe met een lepeltje vol goddelijke smaken. Zijn andere legt hij op de mijne en laat het daar rusten, terwijl ik van zijn dessert geniet.

Nadat hij de rekening heeft voldaan houdt hij mijn jas weer voor. Bij het aantrekken geeft hij stiekem een kus in mijn haar. Hand in hand lopen we naar de auto.

Thuis trekken we nog een flesje wijn open. We kruipen dicht tegen elkaar aan op de bank. Hij vraagt naar mijn plannen voor morgen. Het is mijn eerste vrije zondag sinds tijden.
“Zullen we nadat we de honden van mijn ouders uitgelaten hebben een wandeling langs het strand gaan maken?” Vraagt hij.
Ik glimlach en kus hem als antwoord.

Zoektocht naar de liefde

Date 5

Het is een frisse avond. Het is iets te koud om op een bankje in een park te wachten. Maar haar date wilde nu eenmaal graag hier afspreken, zodat ze samen een wandeling konden maken. Daar heeft ze zeker niets op tegen. Als ze op wilt staan om zichzelf weer warm te lopen, ziet ze hem aankomen. Hij zwaait al van afstand naar haar en ze loopt hem tegemoet.

De avondwandeling duurt best lang. Hier en daar blijven ze stilstaan om elkaar bij het praten te kunnen aankijken. Of om iets moois uit de natuur te bekijken. Hij heeft een passie voor natuur en zij laat zich graag meer over vogels, paddestoelen of mossen vertellen.
Stiltes vallen er af en toe ook, maar die ervaart ze niet als last.

Het begint een beetje te schemeren als ze door de standaard gespreksstof heen raken.
Ze heeft hem verteld dat ze een verantwoordelijke kantoorbaan heeft en graag nog wil verder groeien in haar werk. Ze overweegt zelfs een nieuwe opleiding te gaan volgen. Hij lijkt het prima te vinden dat zij haar eigen leven heeft.

“Ik heb al vrij lang gestudeerd en ben daar wel een beetje klaar mee.” Hij vertelt dat hij ooit op de mavo begonnen is, en daarna via een mbo en hbo naar de universiteit is geweest.
“En nu ben ik eindelijk klaar, maar wil ik een gezin in plaats van een carrière.” vult hij lachend aan.
Hij heeft een mooie brede lach.

Hij ziet een bosuil in een hoge boom, maar hoe hard ze ook haar best doet, ze kan hem niet vinden.
Hij pakt haar hand en wijst daarmee in de juiste kijkrichting. Het is, na de wangkusjes bij de kennismaking, de eerste keer dat hij haar aanraakt. Het geeft een tintelend gevoel in haar buik. Zijn heup drukt tegen die van haar aan en hij stuurt haar arm nog iets naar rechts.
“Die hele dikke uitstekende tak daar en dan twee takken erboven. Tegen de stam aan.”
“Jaa!!” wil ze hard roepen maar houdt zich in. Ze kijkt hem verheugd aan, maar ze is direct de hele uil vergeten.

Als ze elkaar eindelijk weer loslaten, is de vogel gevlogen. Ze bezwijkt bijna van zijn dromerige ogen die haar aankijken. Of dit een serieuze relatie gaat worden weet ze nog zo net niet, maar op dit moment wil ze maar één ding…

Het wordt haar huis.

Zoektocht naar de liefde

Date 4

Zó schattig! Ze stottert een beetje. Haar date die er sportief uitziet en volgens haar profiel de halve wereld al over gereisd is, hapert verlegen in de eerste zinnen van hun kennismaking. Ze wordt er zelf ook een beetje onhandig van.

De barman geeft ze hun droge witte wijn en ze proosten op een leuke avond. Ze raken geanimeerd in gesprek. Een goed begin. Al snel wordt er niet meer gestotterd en ze merken niet dat er meer mensen om hun heen aan de bar komen staan. De barman vult ongemerkt het kommetje nootjes bij en zet twee nieuwe volle glazen wijn bij ze neer.

Langzaam gaan ze dichter bij elkaar zitten. Voornamelijk omdat de muziek iets harder gezet is. Al lijkt geen van beide er veel bezwaar tegen te hebben om de ander te naderen.
“Kom,” haar date pakt haar bij de hand, “we gaan dansen.”

Dorstig en warm weten ze twee barkrukken terug te veroveren. Haar date wenkt de ober en besteld wederom twee wijn. Ze vertelt dat ze in India voor het laatst zo fijn met iemand gedanst heeft. Dat was de dansleraar haar hotel, een beroemde danser in India en omliggende landen. Prijswinnend ook, dacht ze. Dromerig vertelt ze over haar voettocht door dat land. Het was geweldig. Maar ach, om terug te komen op de dansleraar, die was vooral geïnteresseerd in een trip naar Nederland en niet zozeer in haar.

Zij zou zelf vaker willen reizen, maar een voettocht? Ze weet niet of ze daar het uithoudingsvermogen voor heeft. Om een beetje vooruit te komen is vijf kilometer per dag natuurlijk niet genoeg, voegt ze er lachend aan toe. Haar date stelt vervolgens dat het een kwestie van trainen is, dus dat ze best eens samen op vakantie zouden kunnen gaan.
Samen op vakantie? Het is de eerste date en nu al filosoferen over een vakantie samen. Dat gaat haar iets te snel. Maar haar date geeft het gevoel niet te tijd om te vestigen door aan te geven dat het toch wel wennen zal zijn om samen te reizen. Ze doet het al zo lang alleen.

Het was een heerlijke avond. Ze kussen bij het afscheid. Haar date vliegt morgen naar Hong Kong voor een voettocht door Japan. Maar ze zal het haar direct laten weten als ze weer terug is!

Zoektocht naar de liefde

Date 3

Te mooi om waar te zijn. Volgens haar profiel passen ze zo goed bij elkaar, dat ze niet anders kon dan een afspraak maken. En wel in haar favoriete eetgelegenheid met heerlijke veganistische gerechten op de kaart.

Alsof ze om een hoekje heeft staan gluren, komt ze op exact hetzelfde moment bij de lunchroom aan. Ze begroeten elkaar en stappen de zaak binnen. Een ober pakt hun jassen aan en wijst hen een tafeltje.

Als haar date haar muts afzet, ziet ze dat de lange blonde haren van haar profielfoto zijn ingeruild voor regenboogkleuren. Heerlijk recalcitrant en het staat haar nog goed ook.
“Gedaan in het kader van de klimaatmars.” Zegt haar date al wijzend naar haar hoofd. Jawel, daar is ze geweest. Het was nát! Maar het gevoel was bijna magisch. Zoveel mensen met hetzelfde doel. Heel fijn! Bijzonder, ze zijn er allebei geweest zonder het van elkaar te weten.

Haar date werkt in een buitensportwinkel en houdt zelf er zeker van om buiten te zijn. Wandelen, fietsen, kanovaren of klimmen in de bergen. Wintersport is minder haar ding.
Oh ja, lezen vindt ik ook heerlijk. Is haar reactie als ze vertelt dat het een van haar vrijetijdsbestedingen is. Het voelt een beetje onnatuurlijk aan. Heel dubbel, want het voelt ook ontzettend fijn om bij haar te zijn. Maar het lijkt of ze exact zegt dat zij wil horen.
Op de vraag wat ze zoal leest, komt dan ook een vaag ‘oh alles wat voorhanden is’.

Haar date roert een beetje in haar pokébowl en neemt er nauwelijks een hap van. De ober ziet het ook en komt vragen of alles naar wens is. Ze knikt en zegt dat ze alleen niet zo’n honger heeft. Dat kan natuurlijk gebeuren.
“Ik vind die kemirinoten toch zo heerlijk!” verzucht ze. Maar haar date kijkt gespannen in haar bowl. Op zoek naar kemirinoten die er niet zijn.

Of ze wel eens een vriendin heeft gehad, wordt haar gevraagd. Ze antwoord dat ze één keer eerder een liefdesrelatie gehad heeft met een leuke meid die nu een goede vriendin van haar is. Dan lichten de ogen van de date op. Binnen enkele minuten is de ontspannen eerste afspraak omgeslagen in een grote ‘ik wil seks met jou’-flirt. Ze raakt haar aan, kijkt ondeugend en komt langzaam dichterbij zitten. Ze wordt er ongemakkelijk van. Alleen maar vanwege de omslag. De date zit hier met een ander doel?Ze splitsen de rekening en krijgen hun jassen terug. Buiten is het gaan regenen. Ze sprinten samen naar een luifel aan de overkant van het pleintje, waar ze schuilen om afscheid te nemen. Haar date komt heel dicht bij haar staan en fluistert in haar oor: “Jouw huis of het mijne?”
Direct weet ze hoe laat het is. Ze duwt haar van zich af. “Jemig, was dit je plan?!”
Haar date heeft gelijk door dat ze geen enkele kans maakt. Haar gezicht staat strak. Waarschijnlijk kwaad op zichzelf dat het haar niet gelukt is. “Ja natuurlijk, om welke andere reden zou ik met een lezende duurzaamheidsfreak afspreken?”

Haar profiel was inderdaad te mooi om waar te zijn…

Zoektocht naar de liefde

Date 2

Hij is aan de late kant.
Ze zit aan een tafeltje aan het raam op hem te wachten en voorbijgangers te bespieden. Winkelend publiek met tassen vol van Primark, Bijenkorf en kleinere varianten van Ici Paris en Douglas. Er komt een patatje voorbij waarbij de mayo aan de buitenkant van het zakje druipt. Een knalgele sportauto met een flinke bas in de muziekinstallatie rijdt naar de parkeerplaats achter het restaurant waar ze zit. Een ouder echtpaar strompelt gearmd voorbij, terwijl een skater ze flexibel omzeilt.

De deur gaat open, maar hij is het weer niet.
Toch staat hij twee tellen later naast haar tafeltje: “Jij bent toch mijn date van vanavond?”
Ze kijkt hem aan en ziet de gelijkenis met zijn foto. Alleen de grote donkere zonnebril verbergt zijn halve gezicht, waardoor ze hem niet had herkend. Ze knikt vertwijfeld.

Nog voor hij zit heeft hij de ober al laten komen.
“Voor mij een goed glas bier en deze chick,” hij kijkt van haar naar haar glas, “heeft zichzelf al voorzien zie ik.” Schudt hij nou afkeurend met zijn hoofd, of ziet ze dat verkeerd?

Hij begint direct over zichzelf te vertellen. Hij werkt als treinconducteur, maar dat vindt hij niet belangrijk. Dat is maar werk dat nodig is voor het geld. Hij vertelt liever over zijn hobby’s. Minimaal vier keer in de week gaat naar de sportschool. Want hij moet natuurlijk wel in shape blijven voor de vrouwtjes, lacht hij hard om zijn eigen grap.
Daarnaast hangt hij graag met zijn vrienden in ‘tha pub’ of op het basketbalveld in de wijk. Ja, sportief is hij wel. Ook buiten de sportschool. Waarna hij zijn glas bier pakt en het in één teug leegdrinkt.

“En jij, schoonheid? Wat doe jij zoal?”
Ze moet even nadenken wat ze aan deze haan kwijt wil, want tot een diepgaand gesprek denkt ze dat het niet zal leiden. Ze vertelt dat ze werkt als secretaresse van een klein bedrijf, maar daarnaast een studie biologie doet. Ze wil van het voorjaar graag naar het May eiland om de papegaaiduiker te bestuderen, maar dat kan alleen als ze haar appartement in die periode verhuurt krijgt. Nee, ze is niet zo sportief als hij, toch mag ze graag een stuk fietsen, wandelen of een rondje hardlopen.
Ze heeft eenzelfde waterval over hem uitgespuwd als hij over haar deed. Alleen deed zij het niet om indruk te maken. Hij kijkt haar nadenkend aan.

“Waarom koos je mij uit voor een date?” Hij klinkt ineens een tikje onzeker.
Ze buigt een beetje naar hem toe en zegt dat ze hem ingeschat had als een fatsoenlijke sportieve kerel met een leuke baan, en mooie blauwe ogen die ze vandaag helaas nog niet zonder zonnebril heeft mogen bewonderen.

Met een ruk gaat zijn zonnebril af. Hij kijkt haar strak aan. Heel even ziet ze lichte verbazing in zijn blik, maar dat slaat om in vlammende ogen. Toch klinkt zijn stem kalm als hij zegt hij opstapt.
“Ik denk niet dat het iets wordt tussen ons. Je hebt al zo je eigen leven opgebouwd, dat ik denk dat ik daar niet in pas.”

Ze knikt. “Ik denk dat je gelijk hebt. Ik ben niet bepaald een volgzaam type.”
Maar hij hoort het al niet meer, want hij staat al buiten en laat haar met de rekening achter.

Zoektocht naar de liefde

Date 1

Half zes in restaurant ’t Sterretje, met in het logo een halve ster. Waarschijnlijk om aan te geven dat ze die ster nooit gaan halen. Ze weet eigenlijk al genoeg, maar het is pas de eerste date. Ze geeft het een kans. Hoe erg kan het zijn?

Hij geeft haar een hand en kijkt straal langs haar heen. Wat schattig, hij is verlegen. Hij pakt haar jas aan, maar vergeet het vervolgens op de kapstok te hangen. Terwijl zij gaat zitten, stamelt hij iets over de stoel die hij aan had moeten schuiven.

“Alleen een hoofdgerecht is voor mij goed. Voor jou toch ook?” zegt hij onzeker doch dwingend. Heeft hij haar al beoordeeld en weet hij niet hoe snel hij hier weg moet komen? Of is hij een krent? Ze wil anders best zelf betalen. Hoewel, gezien dat halve sterretje… Laten we het inderdaad maar bij het hoofdgerecht houden.

Zij praat. Hij knikt of schudt.
Op bijna alle vragen die ze stelt, geeft ze zelf maar antwoord, want het zijne blijft uit.

In je profiel staat dat je games ontwikkelt. Is dat hobby of werk?”
Er verschijnt een brede glimlach op zijn gezicht. Zo is hij best knap!
Met zijn wijsvinger duwt hij het ouderwetse brilletje hoger op zijn neus. Dan steekt hij van wal. Het is begonnen als hobby, maar hij verdient er nu zijn brood mee. En een best aardig brood ook. Hij startte eerst met een simpel spelletje voor zijn neefje, die toen nog een kleuter was. Het programmeren is fantastisch werk om te doen.
Hij steekt van wal over broncode, script, compiler en nog meer moeilijke woorden. Of ze hem kan volgen, vraagt hij. Ach, vast wel, zo ingewikkeld is het niet. En hij ratelt vrolijk verder. Steeds enthousiaster.

Tot hij in zijn gebaren zo enthousiast wordt, dat hij op zijn lepel slaat. Deze hing nog zijn met vette kerriesaus overladen bord en vloog door de lucht richting onze linker buren. In een poging om zijn lepel op te vangen voordat de gele vlekken op de witte colbert van de buurman slaan, gooit hij zijn wijn om.
Rode wijn. Nog geen slok van gedronken, want hij drinkt geen alcohol. Dat was hij alleen even vergeten toen hij stotterend tegen de ober zei dat hij hetzelfde nam als zijn date. Was hij echt haar naam alweer vergeten?
De rode wijn vloeide rijkelijk over tafel. Over haar broek. Druipt haar tas in. Geen redden meer aan.

Ook niet aan de date trouwens.

Ik ben nie Bennie!

De hele klas staat op stelten, maar níemand is zo enthousiast over het nieuwe project als Ben.
Nadat meester Thijmen zijn klas de eerste aflevering van het journaal van de Sint had laten zien, waren de kinderen allemaal een beetje ingedut. Toen de meester hen vroeg wat ze ervan vonden, had Ben heel hard ‘saai!’ geroepen. “Het is elk jaar hetzelfde; Sint heeft problemen, oh oh, wat zal er gebeuren. En we weten nu al dat hij gewoon op tijd in ons land zal komen.”
Meester Thijmen stelde daarom voor om met de klas een eigen, spannender journaal te gaan maken. Dat idee was niet tegen dovemans oren. Iedereen begon ideeën door elkaar te roepen en gaf elkaar een boks van blijdschap. Toch werd het na een paar minuten vanzelf weer rustiger.
De meester ziet tot zijn tevredenheid dat er groepjes zijn gemaakt en al zijn kinderen samenwerken.
Even denkt hij erover om het Ben-groepje uit elkaar te halen, omdat zij altijd alles samen doen, maar hij wil de vreugde niet bederven.

“Ons item moet het allerbeste worden! Het moet nieuw zijn, spannend…” zegt Ben zelfverzekerd. Meester staat net achter hem en hoort Ben dat zeggen. “Als je maar geen gekke dingen gaat doen, Bennie.”
“Ik ben nie Bennie!” Ben doet net of hij boos is. Een aantal kinderen beginnen te grinniken.
In de kleuterklas noemde juf Els hem altijd liefkozend Bennie in plaats van Ben. Toen Ben daar genoeg van had was hij midden in de klas gaan staan, met zijn handen in zijn zij en zijn hoofd rood aangelopen. “IK BEN NIE BENNIE!” had hij naar de juf geschreeuwd.
Alle kinderen waren muisstil geweest in afwachting van wat de juf zou zeggen. Ook zij had even gezwegen en moest moeite doen om niet te lachen. Maar uiteindelijk was ze naar hem toegelopen en had ze het goed gemaakt met een high five en de belofte hem geen Bennie meer te noemen.
Toch is niemand het vergeten en wordt er af en toe een grapje over gemaakt. Ook door Ben zelf. Het was dan voor hem ook niet moeilijk om een naam te bedenken toen hij zijn YouTube-kanaal begon.
Noura, Mik en Karlijn bedenken nog een heleboel dingen voor het journaal, maar Ben kijk nog steeds niet tevreden. “Bedenk dan lekker zelf iets!” roept Mik een beetje boos.
Ben tikt met zijn wijsvinger tegen het puntje van zijn neus. Dat doet hij altijd als hij diep nadenkt over leuke dingen. “Misschien…, moeten we proberen de Pieten te betrappen tijdens hun werk?”
“Ja hoor,” Noura steekt haar handen wanhopig in de lucht. “die lui werken ’s nachts en in het geheim. Hoe wil je dát voor elkaar krijgen?”
“Op wacht gaan liggen.” Antwoordt Ben kalm.
Noura en Karlijn kijken elkaar aan en schieten in de lach.
Mik kan zijn lach ook niet inhouden: “Ga je gang, Bennie! Je mag mijn zaklamp wel lenen.”
Ben kijkt de drie ongelovig aan. “Echt? Geen van jullie drie komt me helpen?”
Karlijn haalt haar schouders op. Noura schudt haar hoofd. En Mik antwoordt dat hij wel uitkijkt. “Als mijn vader me betrapt dan vier ik voorlopig geen Sinterklaas”.
“Watjes!” mompelt Ben.

Vanmorgen is Sinterklaas met zijn stoomboot aangekomen in de haven. Honderden kinderen stonden voor hem te zingen en de burgermeester heeft hem een hand gegeven. Vanavond zullen er heel veel pieten aan het werk zijn om alle kinderen een cadeautje te brengen. Dus vanavond moet het gebeuren.
Ben heeft zijn rugzak al onderin zijn kledingkast verstopt. Met de zaklamp van Mik, zijn vlogcamera en een zak snoep voor tijdens het wachten. Van Noura kreeg hij thermisch ondergoed, want ondanks ze niet gelooft dat hij het echt gaat doen, was ze bang dat hij zou bevriezen.
Pfoe, niet alleen Noura gelooft hem niet. Maar hij zal ze eens laten zien dat hij het echt wel durft! Hij kan niet wachten tot hij het filmpje online heeft staan en het aantal kijkers zal zien stijgen.
Langzaam tikt zijn wekkerradio de minuten vooruit. Ben wil pas een uur nadat zijn ouders naar bed zijn gegaan vertrekken. Zodat hij zeker weet dat ze zullen slapen. Het duurt nog een kwartier…

Het is gelukt. Ben is het huis uit geslopen zonder iemand te wekken. Hij was nog bijna in slaap gevallen! Maar nu staat hij buiten in de ijzige kou en is hij weer klaarwakker. Hij hijst zichzelf via de vuilcontainer op het platte dak van de aanbouw aan het huis. Hij kan natuurlijk hier op zijn eigen dak blijven zitten, want de pieten zullen vast ook bij hem komen. Maar hij is maar alleen en aan het einde van de rij huizen wonen zeven kinderen in twee huizen naast elkaar. Daar maakt hij meer kans om pieten te zien. Dan kan hij ook nog het steegje en het andere huizenblok in de gaten houden.
Op zijn tenen sluipt hij over het platte dak naar de hoek van de rij huizen. Hij speurt in het donker naar beweging, maar ziet nog niets. Zijn vlogcamera klemt hij aan zijn schouder vast, zodat hij zijn handen vrij heeft. Hij trekt zijn zak snoep open, pakt zijn mobiel en gaat lekker een spelletje spelen. Het kan best nog even duren voor er pieten verschijnen. Die tijd kan hij prima doden met een spelletje.

Met een schok wordt Ben wakker. Hij zweet en hij hijgt omdat hij net over de daken achterna gezeten werd door een grommend monster. Hij tast om zich heen en voelt een dekbed. Een kussen. En zijn lieve knuffel Sammie. Dit kan niet!
Ben knipt zijn lamp aan en knijpt zijn ogen dicht tegen het felle licht. Hij ligt in zijn bed. Dit kan niet. Hij zat toch op het dak? Of had hij dat gedroomd? Nee, hij had gedroomd van dat kwijlende monster dat achter hem aan kwam.
Zijn blik valt op zijn rugtas naast zijn bed. De zaklamp ligt er naast. Als hij uit bed komt ziet hij dat hij zijn kleren nog aan heeft. Met het thermische ondergoed van Noura daar nog onder. Geen wonder dat hij het warm had in bed.
Maar was het gelukt? Hij graait zijn camera van het nachtkastje en bekijkt de opnamen. Niks… Er stond niets nieuws op. Ben kan het niet geloven.

Op maandagochtend stormen Noura, Karlijn en Mik op hem af. Ze zijn razend nieuwsgierig of hij echt midden in de nacht het dak op gegaan is. Nonchalant haalt Ben zijn schouders op. “Natuurlijk heb ik dat gedaan.” Alleen als hij dan zegt dat hij geen pieten heeft gezien en ook niets op de film heeft, weten zijn drie vrienden niet helemaal zeker of hij het echt gedaan heeft. Daar wordt Ben wel een beetje boos van en geeft Mik een duw. “Lekkere vriend, dat je me niet gelooft! Maar ik probeer het volgend weekend gewoon weer.”
De schoolbel zorgt ervoor dat het geen geruzie tussen de vier wordt. Snel gaan ze naar binnen, want ze hebben zin om de eerste filmpjes van andere groepjes te bekijken. Maar eerst het echte journaal van de Sint. Want dan kunnen ze nog ideeën opdoen volgens de meester. “Ideeën hoe het niet moet.” Vult Ben hem brutaal aan. De klas grinnikt.
Onderuitgezakt en gapend kijken ze het journaal. Tot hun eigen haven in beeld komt. Dan is hun interesse ineens weer gewekt. Heel kort zien ze de intocht van afgelopen zaterdag.
De journaalmevrouw vertelt dat één van de pieten iets heel vreemds vond op een dak van een huis, maar ze zegt niet wat piet vond. Ze zet een filmpje aan en de kinderen zien een plat dak van een rijtje huizen bij hen in de stad. Het dak is erg dichtbij en behoorlijk donker. Je kunt zien dat er een nachtcamera gebruikt wordt. Degene die filmt struikelt.
“Wat zullen we nou krijgen?” fluistert de man die filmt. Ze horen gerommel en het beeld schommelt heen en weer. Dan knipt er een klein lichtje aan. Er ligt een rugzak op het dak. Ze zien een paar benen en een bijna lege snoepzak.
De cameraman komt iets dichterbij en schijnt met het lichtje een beetje omhoog. Een jongen komt in beeld. In zijn hand ligt een mobiel. Zijn capuchon zit zo strak om zijn hoofd gebonden dat het bijna niet te zien is wie er in zit. Alleen Noura, Karlijn en Mik herkennen Ben. Maar dat is vooral omdat zij weten wat hij van plan was en de rest van de klas niet. Ze kunnen met moeite hun lach inhouden.
Weer beweegt het beeld zo erg heen en weer dat er niets herkenbaars meer te zien is. Ze horen vooral gerommel en de cameraman die mompelt dat hij hem maar thuis zal brengen. Even later zien ze de cameraman een huis binnen gaan. Zonder een enkel lichtje op te steken gaat hij naar boven en legt de jongen in een bed. Pas daar pakt hij een grotere zaklamp en richt de camera op zichzelf.
“Ha kinderen! Hier is Vlogpiet. En je weet, Vlogpiet maakt soms rare dingen mee. Maar wat er vannacht op mijn dak voorbij kwam…” Hij draait de camera naar de jongen en trekt hem zijn jas uit. De jongen slaapt gewoon door, terwijl in de klas de kinderen allemaal beginnen te lachen. “Ben, dat ben jij!” roept Marnix dwars door de klas naar hem. Ben blijft ongelovig naar het beeld turen.
Daar zien ze dat Vlogpiet de vlogcamera van Ben op zijn nachtkastje legt. “Ik denk, lieve kinderen,” vervolgt Vlogpiet, “dat Ben nie Bennie heel graag heel veel kijkers op zijn kanaal wil. Maar daarvoor moet je wel een heel uitgeslapen jochie zijn, Ben!”
De camera draait weer naar Ben. “Dus ik zal je even lekker instoppen. Welterusten Pietje Ben!”

Op dat moment verschijnt de journaalmevrouw weer in beeld. Niemand heeft nog oog voor de tv. Iedereen, inclusief de meester, begint keihard te lachen en te joelen. Ben weet zich niet goed raad. Hij wil het liefst de klas uitlopen. Hij schaamt zich omdat hij tijdens zijn actie in slaap gevallen is.
“Hij werd gewoon ingestopt door de Vlogpiet.” Hikt Noura. “Echt, Ben, hoe dan?!”
Karlijn geeft hem een boks. “Goeie reclamestunt voor je vlog, Bennie! Heel Nederland kent je nu.”
Mik grijnst naar hem en alle kinderen juichen “Ben nie Bennie, Ben nie Bennie, Ben nie Bennie!”.
Tot meester Thijmen naar Ben toe loopt en hem de hand schudt: “Puike stunt, jongen, gefeliciteerd!”
En iets zachter zodat alleen Ben en zijn vrienden het kunnen horen: “Ik ben benieuwd wat je ouders hiervan vinden.”
Ben slikt. Daar heeft hij geen seconde over nagedacht…

Nelly Hofman

Lege dozen (deel 4 – slot)

De volgende doos is van Guus. Hij heeft de doos helemaal ingepakt in Sinterklaascadeaupapier en aan een zijde een gat gemaakt. Sint kijkt door het gat en ziet dat de leeshoek tot in detail is nagemaakt. Hij kan zelfs enkele titels lezen van de boeken die in de kast staan. En de poster hangt exact op dezelfde plek als in de klas. Op de bank ligt een dekentje en een stapel kussen.
“Prachtig Guus, echt heel mooi!” zegt Sint terwijl hij nog in de doos tuurt. “Alleen die gymp en veer hebben wel iets weg van een Piet. Ik begrijp niet helemaal wat die daar doen.”
Sint kijkt de twee Pieten die meegekomen zijn een voor een aan. Dan knipoogt hij naar Guus: “Pieten hebben ook wel eens geheimpjes, net als jij. Daar wordt Sint echt niet boos om.”
Guus slaakt een diepe zucht en lacht. Hij is niet bang meer. Sinterklaas is altijd lief voor alle kinderen. Ook als een kind wel eens stout is.
Fien en Rik wippen van de zenuwen op hun stoeltjes. Rik valt bijna achterover omdat hij zijn stoel op twee poten heeft staan in plaats van vier. Ze hebben al die tijd materialen verzameld en een beetje geknipt en geplakt. Er kwamen wel een paar kleine knutselwerken uit, maar ze bedachten gisteren pas wat alles bij elkaar zou worden. Ja, echt, gisteren! Maar toen ze dat eenmaal verzonnen hadden, waren ze ook al zo goed als klaar.
Fien staat op en geeft Sint een hand: “Wij hebben een ‘Gebruik-wat-je-weggooit-knutseldoos’ gemaakt.”
Achter Sint horen ze een Piet nadenkend “Gebruik wat je weggooit…” zeggen. “Sorry, ik snap het niet. Je gooit toch juist iets weg als je het niet meer gebruikt?”
“Vanaf nu niet meer,” lacht Rik, “steeds als wij iets wilden weggooien, bedachten we dat we het ook konden gebruiken om iets te maken.”
“Ja,” vult Fien aan, “zo is mijn kleine broertje te groot geworden voor zijn rammelaar. Ik heb de belletjes eruit gehaald. Ik maakte van de stof van de rammelaar een halsband voor de kat en bond de belletjes er aan, zodat we hem horen.”
Triomfantelijk houdt Fien de halsband omhoog.
Daarna laat Rik zijn natuurlamp zien. “Ik zocht allemaal bladeren, eikels en takken in het bos. Daar heb ik deze oude lamp mee versierd. Nu is het weer als nieuw!”
In de doos van Fien en Rik zitten allerlei knutselwerken maar ook vooral veel losse materialen waarmee nog geknutseld kan worden. “Ik denk dat alle kinderen van de Beverklas nog wel een fraai knutselwerk kunnen maken van alles wat jullie verzameld hebben. Goed gedaan, kinderen!”
Sint draait zich om naar zijn Pieten. “Help me herinneren dat ik de volgende keer alleen een brief schrijf. Deze kinderen hebben zo’n goede verbeelding dat ze zelfs geen doos nodig hebben om ze op weg te helpen.”
Eén Piet doet net of hij heel hard gaapt. “Dat zou voor sommige van ons uitstekend zijn voor de nachtrust.”
Onder luid gelach van de klas vertrekken Sint en de twee Pieten, gewoon via de deur, op naar een volgende klas vol lieve kinderen.

Nelly Hofman
i.o.v. Sint in Culemborg

Lege dozen (deel 3)

“Ik zat nog in Spanje en was nog volop in training voor het strooien van snoepgoed en het inpakken van cadeautjes. Sint riep mij bij zich en vertelde dat ik 320 lege dozen naar deze school moest brengen.” Piet gaapt voordat hij verder gaat met zijn verhaal. “Ik heb dag en nacht gereisd en was zo moe toen ik hier kwam. Ik moest echt even zitten. Maar ik ben in slaap gevallen, denk ik.”
“Wauw,” zegt Tim, “dus nu kunnen toch nog alle kinderen van de school de uitdaging van de lege doos aan gaan.”
Piet knikt slaperig. Dan gaat de bel en springt Piet op. “Oh help, Sint mag dit niet weten. Jullie mogen mij niet zien. Oh nee!” Hij wil al bijna de deur uitrennen, maar dan springt Guus achter het bureau vandaan.
“Stop! Niet die kant op, dan ziet de juf je!” zegt Guus vastberaden. “Mart, doe het raam open, snel.” Guus loodst Piet naar het raam. “Hup, neem deze weg. Links onder het raam door en dan rechts door een doorgang in de bosjes. Dan kom je op het wandelpad in het bos uit. Daar komt bijna nooit iemand!”
Piet klopt Guus op zijn schouder. “Dit vergeet ik niet meer, topper!” Hij steekt zijn duim naar hem op en klimt door het raam naar buiten. Piet is nog maar net uit het zicht verdwenen als de juf binnenkomt. Pfff, net op tijd!

Eindelijk is het zo ver. De dag dat Sinterklaas op bezoek komt is aangebroken. De hele school staat vol met prachtige kunstwerken. De kleuters hebben geverfd met hun handen en flink wat mooie plaatjes uit tijdschriften gescheurd om hun dozen mee te versieren.
In groep vijf hebben ze uiteindelijk niet in tweetallen gewerkt, maar met de hele klas één groot bouwwerk gemaakt. Van alle dozen hebben ze één hele grote Rubik’s Kubus gemaakt. Hij hangt in de gymzaal, omdat de klas te klein is. Sint is er erg van onder de indruk, vooral als de kinderen laten zien dat hij echt kan draaien. Eén van de Pieten wil de gymzaal niet meer uit voordat hij de kubus puzzel heeft opgelost.
Dan komt Sint met een plechtig gezicht de Beverklas binnen. “Zo lieve kinderen,” spreekt hij met zijn diepe stem, “ik ben benieuwd of ik jullie fantasie aan de gang gekregen heb.”
Hij loopt alle dozen één voor één langs.
Tim en Tom showen hun auto. Ze hebben er veel werk aan gehad, want ze wilden dat de auto echt zou kunnen rijden. En dan niet rijden door hem een zetje te geven. Nee, dat vonden de jongens niet goed genoeg. Met een gespannen gezicht haalt Tom een afstandbediening uit zijn laatje. Tim zet de auto aan en Tom stuurt hem op afstand de hele klas door. Ze glunderen er van. Het is ze gelukt! Nadat ze de auto bij een Piet geparkeerd hebben geven ze elkaar een high five.
Sinterklaas kijkt de tweeling met een grote glimlach aan en zegt dat hij verrast is door hun technische hoogstandje.

Lege dozen (deel 2)

Voor de kinderen het doorhebben gaat de bel van de pauze. Ze vergeten bijna dat ze naar buiten mogen. Zo erg gaan ze op in de opdracht van Sinterklaas. Op het schoolplein vertellen ze hun vriendjes en broertjes en zusjes over de brief. Al snel wil de hele school wel meedoen aan de opdracht. Maar de juf zegt dat ze daarvoor niet genoeg dozen heeft. Teleurgesteld gaan andere kinderen terug naar hun klas, terwijl in de Beverklas van Tim, Tom, Fien en Rik de ideeën steeds fantasierijker worden. Het beloven spectaculaire knutselwerken te worden!

Een aantal kinderen komen de volgende dag al met verschillende materialen naar de klas en beginnen te knutselen aan de doos. Fien en Rik zijn allerlei dingen die ze verzinnen aan het opschrijven, zodat ze straks een lijst hebben waaruit ze kunnen kiezen.
Maar, wat horen ze nu toch? Er komt een raar geluid uit de leeshoek.
Fien stoot Tim aan: “Tim, Tom, horen jullie dat ook?”
De twee jongens waren zo ingespannen bezig dat ze het geluid nog niet hadden opgemerkt. Maar nu ze goed luisteren horen zij het ook.
“Alsof er iemand snurkt…?” vraagt Tom zich hardop af.
De kinderen speuren de klas rond, maar ze missen niemand. Rik staat op en gaat kijken. Hij deinst niet zo snel terug voor iets.
“Whoei, de kussens bewegen!” roept hij ineens. “Er ligt daar iemand te slapen.”
De kinderen uit de klas beginnen te grinniken en iemand vraagt wie het kan zijn. Op zijn tenen loopt Rik de leeshoek in. Helemaal verstopt onder de kussens ligt iemand te snurken. Alleen een gymschoen komt onder een dekentje vandaan. En er steekt een grote blauwe veer tussen twee kussens uit. Voorzichtig tilt Rik een kussen op. Van schrik springt hij achteruit. Want wie hij ook dacht aan te treffen, hij had nooit aan een Zwarte Piet gedacht!
Ook de Piet schrikt zich een ongeluk. In paniek springt hij op.
“Ooohhh…” Met grote ogen kijkt hij de klas rond. “Ooh nee,” kreunt hij, “dit is een ramp.”
Guus kruipt achter het bureau van de juf weg en fluistert angstig dat hij hoopt dat Piet hem niet gezien heeft.
“Ben je niet een beetje vroeg Piet? Sinterklaas komt toch pas over twee weken?” vraagt Gwen, die naast Rik is gaan staan. Ze steekt haar neus wijs de lucht in, terwijl ze Piet recht aankijkt.
“Ja ja, precies,” stamelt Piet, “dat is nu juist de ramp. Jullie mogen mij helemaal niet zien!” Piet zijn stem schiet de hoogte in. Hij dreigt echt in paniek te raken. “Ooohh, als Sint dit hoort!”
Fien komt Piet te hulp en neemt hem bij de hand mee naar haar stoeltje. “Ga even rustig zitten, haal diep adem en vertel wat er is gebeurd.” Dat zegt haar mama altijd tegen haar als ze stuiterend het huis binnenkomt en een warrig verhaal ophangt, omdat ze zoveel tegelijkertijd wil vertellen.
Piet doet precies wat ze zegt en na een diepe zucht vertelt hij dat Sint hem gestuurd heeft om dozen te brengen. De luisterpiet had gehoord dat alle kinderen van de school de uitdaging aan wilden gaan, maar dat de juf had gezegd dat ze geen dozen meer had. Luisterpiet gaf dit door aan Sint en hij stuurde hem direct op pad.